Bij vaccinatie in de school worden vaccins, gedurende maximum een halve dag, vervoerd in een isolatiedoos, koeltas of koelbox.

Omdat het risico op bevriezing bij gebruik van koelelementen reëel is, wordt het gebruik van koelelementen in koeltassen of -boxen afgeraden.

Op voorwaarde dat de vaccins maximaal een halve dag niet gekoeld worden, is min./max. temperatuurmeting overbodig. De resterende vaccins worden na de vaccinatie op school vooraan in de koelkast geplaatst, zodat ze eerst gebruikt worden (FIFO-principe). Eventueel kan afgesproken worden in het centrum het doosje van het vaccin dat de koudeketen verlaten heeft te markeren met vb. een dubbele streep.

Elektrische koelboxen kunnen gebruikt worden mits registratie van de temperatuur. De ruimte voor vaccinopslag is hierin wel beperkt.

VWVJ Standaard Vaccinaties 2013 - deel 4.1.2.2