De SPIN-test is zo ontworpen dat de software zelf aangeeft wanneer een meting mogelijks onbetrouwbaar is. Er worden 2 mogelijkheden gedefinieerd (cfr. wetenschappelijke onderbouw, punt 7 – Verwijscriteria voor de CLB-praktijk) :

  • Een meting waarbij ergens in de staircase +10 dB SNR (stimuli 10 dB intenser dan de ruis) wordt geraakt (d.i., plafondeffect) – dit kan b.v. voorvallen wanneer de leerling de opdracht niet begrepen heeft en de hoofdtelefoon vergeet op te zetten en/of al van bij het begin van de testafname foutieve antwoorden geeft;
  • en/of een instabiele meting (zoals aangegeven door een standaarddeviatie ≥ 3,0 dB). In dit geval zal de SPIN-test automatisch stoppen en melding geven van een onbetrouwbaar testresultaat, met de vraag tot hernemen van de test. Instabiele metingen kunnen onder andere het gevolg zijn van fluctuerende aandacht gedurende de test. 

In geval van een onbetrouwbaar testresultaat is herinstructie* aangewezen, waarna de leerling (eventueel onder begeleiding) kan hertest worden. Het resultaat wordt dan geïnterpreteerd in functie van de context, vooraleer te beslissen om de leerling al dan niet door te verwijzen naar de NKO-arts. Het beleid na het herhalen van de test ziet eruit als volgt.

Een grote proportie onbetrouwbare metingen is niet alleen van invloed op de verwijspercentages (in geval van dubbel onbetrouwbaar resultaat, d.i. nog eens een onbetrouwbaar resultaat na hertesten), maar het is ook nefast voor een vlot verloop van de consulten, gezien deze leerlingen opnieuw moeten worden getest en dit gepaard gaat met een toename van de totale testtijd per leerling. Na de analyse van de data van 2016-17 werden dan ook enkele wijzigingen ingevoerd in september 2017 met als doel de concentratie of aandacht bij de test te verhogen en onnodig lange testduur te vermijden. Voor de geïnteresseerde lezer is hier meer informatie te vinden.

 

VWVJ- juli 2022 

* De leerlingen op een adequate manier informeren is cruciaal voor een goed verloop van het gehele consult, maar zeker ook voor de SPIN-test. Zo is het belangrijk aan leerlingen te zeggen dat de spraaksignalen in de loop van de testafname erg stil worden totdat ze nauwelijks hoorbaar zijn. Dit is een normaal verloop van de test en betekent niet automatisch een gehoorverlies. Eveneens belangrijk te vermelden is dat de leerling moet gokken wanneer de cijfercombinatie niet kan worden gediscrimineerd. Meer aandachtspunten kan je vinden in het bundel 'Werkwijze SPIN-test' (pg. 13-14). Spreek binnen het team af welke informatie gegeven wordt, op welk moment van het proces het een plaats krijgt en wie het op zich neemt.