In volgende situaties spreken we van een koudeketenbreuk:

  • Wanneer de vaccins zich langer dan 12 uur buiten de koelkast bevinden en de temperatuur niet wordt geregistreerd;
  • Wanneer de geregistreerde temperatuur buiten de grenzen van + 2°C en + 8°C valt.

Bij de beoordeling van een koudeketenbreuk moeten rekening gehouden worden met de gecumuleerde tijdsduur waarop het vaccin zich buiten de temperatuursgrenzen heeft bevonden. Daarom is het belangrijk om vaccins die de koudeketen verlaten hebben, als eerste te gebruiken bij een volgende vaccinatiesessie.

Bij een stroomonderbreking van minder dan 4 uren moet de koelkastdeur gesloten blijven. Als de stroomonderbreking meer dan 4 uren duurt moeten de vaccins in een andere koelkast met juiste temperatuurinstelling bewaard worden.

Een koudeketenbreuk moet gemeld worden aan het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid. Gebruik hiervoor het meldingsformulier dat op de website van het agentschap te vinden is. In afwachting van instructies, worden de vaccins in een gesloten zak met daarop vermeld ‘koudeketenincident’, bewaard op de aanbevolen temperatuur. Het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid beschikt over stabiliteitsstudies van alle vaccins, die gratis geleverd worden en opgenomen zijn in het Vlaams basisvaccinatieprogramma. Op basis hiervan kunnen vaccinspecifieke adviezen gegeven worden in geval van koudeketenbreuk. Vernietiging van vaccins gebeurt uitsluitend na het advies van het agentschap, niet op eigen initiatief.

Het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid vervangt de vernietigde vaccins op voorwaarde dat het CLB de adviezen van de Standaard Vaccinaties voor het bewaken van de koudeketen, volgt.

Lees meer over de 'Koudeketen' in de Standaard Vaccinaties 2013 - 4.1.2

Bron: VWVJ Standaard Vaccinaties 2013 - update november 2013 - ongewijzigd 2023