Is het echt nodig kinderen te verwijzen bij een gestoord dieptezicht en goede gezichtsscherptetesten nu en in het verleden? Of is het voldoende om de nodige informatie te geven aan ouders en kind over ‘(gestoord) dieptezicht’ en over de ‘aandachtspunten bij studie- en beroepskeuze’?

Een gestoord dieptezicht is in principe het gevolg van een onevenwicht tussen beide ogen, zoals:

  • een verschil in gezichtsscherpte
  • een afwijking in de oogstand (zelfs bij microstrabisme of niet-manifest strabisme)
  • bij een kind dat bij momenten met 1 oog fixeert of meer kijkt met het ene oog dan met het andere

Vaak gaat het ook om een vroegere amblyopie die qua gezichtsscherpte succesvol is behandeld, maar met behoud van een kleine afwijking van dieptezicht. Voor een leerling met een gestoord dieptezicht (vanaf 120 boogseconden) zonder gekende oogafwijking (nu of in het verleden) blijft het belangrijk door te verwijzen naar de oogarts. Onderzoek kan een nog niet gekende achterliggende reden voor het gestoord dieptezicht aan het licht brengen.

VWVJ, corr maart 2022