Een schorsing is een tuchtmaatregel waarbij de gesanctioneerde leerling het recht op onderwijs tijdelijk ontnomen wordt. Een school mag nooit een leerling schorsen omwille van een besmettelijke ziekte zoals de aanwezigheid van luizen. Alleen een CLB-arts kan bij besmettelijke ziekten beslissen welke maatregelen aangewezen zijn.

  • Een besmetting met luizen is niet schadelijk.
  • Een besmetting kan ook asymptomatisch verlopen. Daarom is het mogelijk dat niet alle leerlingen met hoofdluizen gekend zijn.
  • Er is geen evidentie dat leerlingen met luizen thuis houden doeltreffend is.

Dus:

  • Een leerling met luizen mag niet van school geweerd worden met als doel het risico op overdracht te minimaliseren.

Het is belangrijker om preventieve maatregelen te treffen, zie richtlijn Hoofdluizen.

Het CLB kan wel in overleg met de ouders van een leerling met luizen beslissen dat het nodig is dat deze leerling thuis blijft om behandeling mogelijk te maken. Het gaat steeds om uitzonderlijke situaties. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat iemand van buiten het gezin kan helpen bij de behandeling, maar dit enkel kan doen tijdens de schooluren. De leerling is dan gewettigd afwezig. Zo nodig kan het CLB hiervoor een attest opstellen.

VWVJ januari 2011 – update augustus 2023