Lucht in de bloedsomloop kan een levensgevaarlijke situatie veroorzaken. Bij volwassenen ontstaan weliswaar pas verschijnselen als 50-100 ml lucht in de bloedbaan terecht komt. Bij een drukverschil van 4 mm Hg in een naald van 8 cm met 16 G kan 90 ml lucht in een bloedvat stromen, maar dit soort naalden wordt gebruikt om een centrale katheter te plaatsen, niet om te vaccineren.

In de vaccinatiepraktijk wordt aangeraden een grote luchtbel te verwijderen, zonder daarbij de zuiger zo ver door te drukken dat vloeistof uit de naald gespoten wordt. Het eindeloos tikken tegen de spuit om het laatste luchtbelletje te verwijderen is niet nodig.

Bron: Burgmeijer R, Hoppenbrouwers K. Handboek vaccinaties, deel A (Theorie en uitvoering). Van Gorcum, 2011

VWVJ Standaard Vaccinaties 2013 - deel 4.6.6