Vragen naar risicofactoren |
INDICATIE voor gehooronderzoek |
GEEN INDICATIE voor gehooronderzoek |
1. Werd het gehoor van uw kindje kort na de geboorte getest door Kind en Gezin of in het ziekenhuis? |
Antwoord “Neen” of “Weet niet” in afwezigheid van andere informatie (Kind en Gezin, mondelinge info van ouders…) |
Antwoord “Ja”, ook indien buiten Vlaanderen getest, zolang de test in de eerste levensweken plaatsvond zonder actieve medewerking van het kind |
2. Heeft mama tijdens de zwangerschap van dit kindje een CMV-infectie gehad? CMV is cytomegalovirus |
Antwoord “Ja”: Verhoogd risico voor neurosensorieel gehoorverlies bij: - CMV-infectie bij de moeder tijdens de zwangerschap, met bewezen infectie bij het kind kort na de geboorte (via bloedname) - CMV-infectie bij de moeder tijdens de zwangerschap zonder bijkomende informatie over infectie bij het kind bij de geboorte |
Antwoord “Neen” of “Weet niet” Antwoord “Ja”: Geen verhoogd risico voor neurosensorieel gehoorverlies bij: - CMV-infectie bij de moeder tijdens de zwangerschap, maar met bewezen afwezigheid van infectie bij het kind kort na de geboorte (via bloedname) |
3. Is uw kindje veel te vroeg geboren? We bedoelen hiermee op 32 weken zwangerschap of eerder (= zeven maanden of korter) |
Antwoord “Ja” (te toetsen aan de zwangerschapsduur geregistreerd door Kind en Gezin) Verhoogd risico voor neurosensorieel gehoorverlies bij: - ernstige perinatale complicaties: hypoxie, kunstmatige beademing, persisterende pulmonaire hypertensie, ernstige hyperbilirubinemie |
Antwoord “Neen” of “Weet niet”, in afwezigheid van risicofactor “Ernstige prematuriteit” uit de data van Kind en Gezin |
4. Heeft uw kindje een bacteriële hersenvliesontsteking (meningitis) gehad? |
Antwoord “Ja” Verhoogd risico voor neurosensorieel gehoorverlies bij: - Postnatale infectie geassocieerd aan neurosensorieel gehoorverlies, waaronder bacteriële meningitis |
Antwoord “Neen” of “Weet niet” |
5. Heeft uw kindje een zwaar hoofdletsel (door bv. vallen of stoten) gehad? |
Antwoord “Ja” Verhoogd risico voor neurosensorieel gehoorverlies bij: - rotsbeenfractuur of trauma van midden of binnenoor (eventueel met bloed- of vochtverlies langs het oor) - commotio labyrinthi (letsel thv het labyrinth gelegen in het rotsbeenbot) - acuut akoestisch trauma (bvb door sterk geluid van airbag die tegen het oor openspringt) |
Antwoord “Neen” of “Weet niet” Antwoord “Ja”: Geen verhoogd risico voor neurosensorieel gehoorverlies bij: - hoofdtrauma zonder vermoeden van complicatie m.b.t. het oor |
6. Zijn er in uw familie personen met doofheid of ernstige slechthorendheid die erfelijk is (dus meestal van bij de geboorte of jonge leeftijd) |
Antwoord “Ja” Verhoogd risico voor neurosensorieel gehoorverlies bij: - positieve familiale anamnese voor permanent gehoorverlies op kinderleeftijd (zelfs bij verre familieleden) - Otospongiose, erfelijke progressieve doofheid door verharding van het rotsbeenbot (waarin het labyrinth is gelegen) en benige fixatie van de stijgbeugel in het ovale venster - Syndroom geassocieerd met verworven gehoorverlies zoals neurofibromatose, osteoporosis, Usher syndroom, syndroom van Alport, metabole aandoening… - Neurodegeneratieve aandoeningen en neuropathies - Congenitale aplasie of agenesie van de cochlea, orgaan van Corti - Familiaal progressief neurosensorieel gehoorverlies |
Antwoord “Neen” of “Weet niet” Antwoord “Ja”: Geen verhoogd risico voor neurosensorieel gehoorverlies bij: - slechthorendheid omwille van ouderdom |