Is de korte selectie van de 6-platen Ishihara sensitief genoeg in vgl. met bv. de vroeger afgenomen 13-platen Ishihara? In de praktijk is 1 keer het volgende voorgevallen: bij een jongen kwamen er van de juf signalen die aan een kleurzinstoornis deden denken. Met de 6-platentest waren er geen typische fouten. Gezien de signalen, het familiaal voorkomen en het aandringen van de omgeving is bij deze jongen ook de 13 platen-versie afgenomen, die toen wel een kleurzinstoornis liet vermoeden.

De korte selectie van de 6 Ishihara-platen werd in 2008 door de VWVJ samengesteld omdat de 13-platenselectie teveel kinderen als kleurzingestoord aanwijst die het na verder onderzoek niet blijken te zijn.

De Ishihara-handleiding bevestigt dat kortere Ishihara-tests beter geschikt zijn voor screeningsdoeleinden en beschrijft hoe men hiervoor een minimum aan 6 platen dient te selecteren.
Onze selectie van 6 platen gebeurde op basis van uitgebreid wetenschappelijk onderzoek tegen een Gouden Standaard (onderzoek met anomaloscoop in het universitair ziekenhuis van Gent). Maar geen enkel screeningsinstrument bereikt een sensitiviteit en specificiteit van 100%. Er blijft dus steeds een risico dat men kinderen ‘mist’ of dat men er teveel als gestoord verwijst.

Vanuit CLB-opzicht blijft het dus belangrijk om signalen van ouders en leerkrachten op te vangen.

Wanneer de VWVJ over registratiegegevens uit LARS beschikt, kan de nieuwe richtlijn rond kleurzinonderzoek worden geëvalueerd en vergeleken met de vroegere CLB-werkwijze. Hopelijk meer hierover volgend schooljaar…

VWVJ december 2012