De verwijs- en beleidscriteria voor grote gestalte zijn, net zoals deze voor een te kleine gestalte, uitgetekend in een beslisboom (zie Standaard Groei en Puberteit deel 2 p.33 en 'Groeipaket'). In de stuurgroep van de Vlaamse Groeistudie is men tot de consensus gekomen om kinderen met een gestalte groter dan + 2,5 SD te verwijzen en kinderen met een  gestalte in de hoge aandachtszone bijzonder op te volgen. Een grote gestalte zal veel minder dan een kleine gestalte het gevolg zijn van pathologie (zie deel 1).  Om deze reden kan het gebeuren dat een kind, niettegenstaande een verantwoorde verwijzing vanuit het CLB, geen behandeling zal voorgeschreven krijgen van de kinderendocrinoloog. Wanneer de grote gestalte niet door syndromaal lijden kan worden verklaard, kan een behandeling toch zinvol zijn wanneer de voorspelde eindlengte door kind en ouders als emotioneel en sociaal verstorend wordt ervaren.  Wanneer een eindlengtevoorspelling aangeeft dat de volwassen gestalte voor een meisje groter wordt dan 182 cm en voor een jongen groter dan 200 cm, kan een behandeling worden overwogen.

VWVJ december 2005