De praktijktoets voor de SPIN-test vond in 2014-2015 plaats in het gewoon onderwijs, niet in het buitengewoon onderwijs. Dit levert dus geen antwoord op de vraag.

We weten natuurlijk wel dat de verschillende types in het buitengewoon onderwijs refereren aan een diversiteit van beperkingen die mee bepalen of een SPIN-testafname vlot kan verlopen, enige assistentie behoeft of geheel onmogelijk is, namelijk:

  • de cognitieve vermogens gerelateerd aan de ontwikkelingsleeftijd (deze dient minstens 9 jaar te zijn voor een afname van de SPIN-test);
  • de mate van aangehouden aandacht;
  • de motorische vaardigheid om de cijfers op de tablet aan te tikken;
  • de visuele vaardigheid om de cijfers op de tablet te zien;
  • het vermogen om een getalwoord te transcoderen in een cijfer;
  • het vermogen om de gesproken cijfers auditief te verwerken en er met de gewenste respons op te reageren.

In het algemeen kunnen we stellen dat screening van het gehoor op de decretaal bepaalde leeftijden een verplichte opdracht is en dat dit ook geldt voor leerlingen in het buitengewoon onderwijs. Een SPIN-test zou dus aan alle 11- en 14-jarigen zonder gekende gehoorproblematiek aangeboden kunnen worden, met uitzondering van die leerlingen waarbij de (geschatte) ontwikkelingsleeftijd de SPIN-test bij voorbaat uitsluit.

Omwille van de eigenheid van deze populatie zal de aanpak hiervan echter steeds maatwerk zijn. Deze bijlage beschrijft de aandachtspunten bij het gebruik van de SPIN-test in het buitengewoon onderwijs volgens de specifieke noden die deze leerlingen kunnen hebben. Daarnaast vraagt ook de nazorg een aanbod op maat.

VWVJ - april 2022