Aangeboren aandoening

Een aangeboren afwijking of congenitale aandoening, is een afwijking of aandoening waarmee men geboren wordt. De symptomen, klachten of klinische tekens zijn aanwezig bij de geboorte. Een aangeboren afwijking kan wel of niet erfelijk zijn.

Allergie

Allergie is een overreactie van het lichaam tegen substanties die het lichaam onterecht als schadelijk beschouwt. Allergie is een type hypersensitiviteitsreactie waarbij het immuunsysteem IgE-antistoffen produceert tegen antigenen die geen bedreiging vormen.

Amblyopie

Amblyopie of een 'lui oog' is een verminderde gezichtsscherpte ten gevolge van een onderbreking van de normale visuele ontwikkeling in de eerste levensmaanden of -jaren. Zelfs gecorrigeerd met de juiste brilsterkte blijft de visus verminderd. Amblyopie kan enkel- of dubbelzijdig zijn. Amblyopie wordt meestal ingedeeld naar het type geassocieerde pathologie, bijvoorbeeld scheelziensamblyopie, refractie-amblyopie, stimulusdeprivatie-amblyopie. Voor een normale ontwikkeling van de gezichtsscherpte moeten de hersenen vanuit beide ogen een even scherp beeld ontvangen dat kan versmolten worden tot één beeld. Is dit niet het geval, dan kan amblyopie ontstaan: één oog wordt lui doordat de juiste stimulatie ontbreekt tijdens de periode van visuele rijping. Het risico op het ontwikkelen van amblyopie is het hoogst gedurende de eerste twee tot drie levensjaren, maar kan optreden zolang de visuele ontwikkeling niet volledig voltooid is, dit wil zeggen tot de leeftijd van acht à tien jaar. 

Astigmatisme

Bij astigmatisme is er een ongelijkmatige kromming van hoornvlies of lens waardoor evenwijdig invallende lichtstralen niet tot één punt op het netvlies worden verenigd. Dat veroorzaakt onduidelijke en vervormde beelden. Astigmatisme komt vaak voor in combinatie met myopie of hypermetropie. De correctie gebeurt met brilglazen die de breking volgens de afwijkende meridiaan corrigeren (cilindrisch geslepen brilglazen).

Astma

Astma is een chronische aandoening van de luchtwegen. De klachten worden veroorzaakt door ontsteking die de luchtwegen rood, gezwollen, nauwer en overgevoelig maken voor irriterende stoffen. Dit leidt tot terugkerende aanvallen van piepende ademhaling, kortademigheid, benauwdheid en/of hoesten. Aangepaste behandeling mildert de kans op klachten en aanvallen. (Naar een definitie van de 'Global Initiative for Asthma')

Autisme

Autisme is een aangeboren conditie die de ontwikkeling van de sociale interactie, de communicatie en het voorstellingvermogen beïnvloedt waardoor de persoon belemmeringen ondervindt.

Biopsychosociaal model

Het bio-psychosociaal model gaat ervan uit dat het ontstaan, voortbestaan en herstel van een klacht uitkomsten zijn van een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren. Soms kan dit betekenen dat meer aandacht nodig is voor het kind/de jongere zelf en soms voor (risico) factoren uit de omgeving, bijvoorbeeld wanneer de omgeving niet voldoet aan alle opvoedingseisen waardoor het kind niet de kans krijgt om zich goed te ontwikkelen Het bio-psychosociale model gaat ervan uit dat het ontstaan, voortbestaan en herstel van een klacht uitkomsten zijn van een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren. Soms kan dit betekenen dat meer aandacht nodig is voor het kind/de jongere zelf en soms voor (risico) factoren uit de omgeving, bijvoorbeeld wanneer de omgeving niet voldoet aan alle opvoedingseisen waardoor het kind niet de kans krijgt om zich goed te ontwikkelen.

Blindheid

De gezichtsscherpte op afstand is kleiner dan 1/20 of het gezichtsveld is kleiner of gelijk aan 10°.

Bloeddruk

De bloeddruk of tensie is de vloeistofdruk in het slagadersysteem. De bloeddruk wordt weergegeven door middel van twee getallen, de systolische druk of bovendruk en de diastolische druk of onderdruk. De getallen geven de druk aan in millimeters of in centimeters kwikdruk (de druk van een kwikkolom).

BMI

BMI of Body Mass Index is een maat voor het relatieve gewicht (gewicht vergeleken met de gestalte). BMI = Gewicht (in kg) / (Gestalte in m) x (Gestalte in m)

CanMEDS

CanMEDS staat voor de Canadian Medical Education Directives for Specialists. Het is een model waarin een ordening in zeven rollen of competentiegebieden wordt voorgesteld. Het systeem is internationaal aanvaard, aanvankelijk voor de medische opleidingen, later o.a. ook voor de opleidingen verpleegkunde 

Cerebrale parese

Cerebrale parese is een stoornis van houding en beweging waardoor de activiteit beperkt wordt. CP wordt veroorzaakt door een hersenbeschadiging die ontstaat tijdens de zwangerschap, rondom de geboorte of in het eerste levensjaar. De beschadiging is blijvend, maar neemt niet toe in ernst. (Bron: cpengedrag.nl)

CLB

Centrum voor leerlingenbegeleiding

CVI

CVI is de afkorting van "Cerebral Visual Impairment". De beste Nederlandse vertaling hiervoor is "Cerebrale Visuele Inperking". Bij CVI ontbreekt een goede visuele waarneming zonder dat er noodzakelijkerwijze iets aan het oog zelf mankeert: kunnen kijken en toch niet goed zien.

CVS

Chronisch vermoeidheidssyndroom

DCD

DCD staat voor 'developmental coordination disorder'. Bij DCD is het hoofdkenmerk een beperking in de ontwikkeling van de motorische coördinatie die niet enkel uit te leggen is vanuit een cognitieve beperking en/of vanuit een specifieke (aangeboren of verworven) neurologische stoornis. (EACD, 2012)

Diarree

Men spreekt van diarree wanneer de ontlasting frequenter of minder consistent van aard is dan doorgaans.

Dieptezicht

Het vermogen om diepte te onderscheiden.Met dieptezicht wordt in de Standaard Visus het tweeogig stereozien bedoeld. Dit is gebaseerd op de mogelijkheid om twee beelden afkomstig van niet volledig corresponderende netvliespunten, met elkaar te laten versmelten tot één beeld. Aangezien de beelden onder een licht verschillende hoek worden waargenomen, zijn ze niet volledig identiek en geven ze dus een dieptedimensie mee.Het waarnemen van diepte kan echter ook met één oog gebeuren, doordat in de loop van het leven geleerd wordt diepte te schatten op basis van een aantal aanknopingspunten zoals het perspectief, het feit dat een volledig zichtbaar object dichterbij is dan een ten dele bedekt object en het feit dat je een dichterbij gelegen voorwerp scherper ziet.

Dwangstoornis

Dwangstoornis of  OCD staat voor Obsessive Compulsive Disorder

Dysfasie

Dysfasie of ontwiwkkelingsdysfasie. Bij ontwikkelingsdysfasie heeft een kind hardnekkige problemen in zijn spraak- en taalontwikkeling en kunnen die problemen niet verklaard worden door gehoorproblemen, problemen met het zicht, motorische problemen, fysieke problemen, cognitieve problemen, sociale problemen, emotionele problemen, onvoldoende en/of onaangepast taalaanbod of twee- of meertalige opvoeding.

Bron:  ‘Ontwikkelingsdysfasie: een stoornis die meer aandacht dan namen verdient’ (Zink & Breuls)

Dysmatuur

Pasgeborenen met een geboortegewicht dat niet in overeenstemming is met de zwangerschapsduur (te laag), worden dysmatuur genoemd

Eczeem

(Atopisch) eczeem is een langdurige jeukende huiduitslag met afwisselend periodes van verbetering en verslechtering. Komt voor op alle leeftijden, maar is meer frequent op babyleeftijd. Atopisch eczeem is niet besmettelijk. (Bron: UZ Leuven)

Eerstehulp

Eerstehulp is de hulp die, al dan niet in afwachting van professionelen, op verantwoorde wijze door 'leken' kan geboden worden in geval van plotse stoornissen in de gezondheidstoestand van iemand in de omgeving.

Eetstoornis

Eetexpert.be formuleert het als volgt voor kinderen tot 12 jaar: zodra het abnormale eten de gezondheid kan verstoren en een op zichzelf staande problematiek vormt (en dus geen teken of symptoom van een andere stoornis of aandoening) spreken we van een eetstoornis; voor jongeren en volwassenen kan in principe gesproken worden van een eetstoornis wanneer zij in gedachten en gedrag voortdurend bezig zijn met wat ze eten, met hun eigen gewicht of lichamelijk voorkomen. Het afwijkend eetgedrag is wel het meest opvallende kenmerk (hoewel niet steeds observeerbaar), maar mag geen gevolg zijn van een lichamelijke aandoening of een psychose.

Enuresis

Onwillekeurig urine verlies. Indien enkel 's nachts spreekt met van enuresis nocturna. Indien eveneens overdag spreekt met enuresis diurna.

Epilepsie

Epilepsie is een neurologische aandoening, gekenmerkt door het herhaald en spontaan optreden van epileptische aanvallen. Vijf tot 10% van alle mensen  maken tijdens het leven éénmalig een epileptisch insult door. Bij slechts 0,5 tot 1% van de bevolking treden herhaald epileptische aanvallen op en deze personen lijden dus aan epilepsie. Bij epilepsie kunnen de aanvallen bestaan uit een verandering  van het bewustzijn, van de motorische en/of sensoriële functies en/of van het gedrag en emoties. Deze verandering is het gevolg van een plots optredende abnormale neuronale ontlading ter hoogte van de hersenschors.

Executieve functies

Onder executieve functies (EF) worden de hogere controlefuncties van de hersenen verstaan. Het zijn denkprocessen die nodig zijn om activiteiten te plannen en aan te sturen. Je kunt ze zien als een 'dirigent'. Ze helpen bij alle soorten taken. Ze zorgen voor efficiënt, sociaal en doelgericht gedrag.

Fecale incontinentie

Fecale incontinentie is (onvrijwillig) ontlastingsverlies (in het ondergoed of in de luier) boven de leeftijd van 4 jaar. (Bemerk: termen zoals encopresis en soiling worden niet meer gebruikt.)

Gedragszorgen

Zorgen over het gedrag algemeen of over specifieke gedragsaspecten

Genderdysforie

Wanneer personen lijden onder de incongruentie tussen het geslacht dat hen toegewezen werd bij de geboorte en hun genderidentiteit (dit is het 'psychologisch geslacht', het 'innerlijke gevoel' al dan niet tot een bepaald geslacht te behoren). (Naar: Transgender Infopunt)

Genderidentiteit

De term ‘genderidentiteit’ verwijst naar het innerlijk gevoel een jongen, een meisje, beide of geen jongen of meisje te zijn. Meestal komt dit overeen met het biologisch geslacht: je wordt geboren met een meisjeslichaam en je voelt je ook meisje/vrouw (en omgekeerd). Je psychologisch geslacht (je genderidentiteit) en je biologisch geslacht (je sekse) vallen dan samen. Maar het kan ook gebeuren dat deze twee stukken van jezelf min of meer in conflict staan. Er is veel diversiteit mogelijk in de beleving van jongen of meisje, man of vrouw zijn. Het is belangrijk om te weten dat dit geen afwijking of ziekte is, maar een normale variatie op het mens-zijn. (Bron: Transgender Infopunt)

Gewichtsindex

De gewichtsindex wordt als volgt berekend: (actuele BMI / p50 BMI) x 100.

Gezichtsscherpte

Gezichtsscherpte of visus is een maat voor het vermogen om twee, dicht bij elkaar gelegen puntenafzonderlijk waar te nemen.

Gilles de la Tourette

Gilles de la Tourette of GTS of Tourettesyndroom of TS wordt gekenmerkt door ongewenste bewegingen en geluiden die men 'tics' noemt. Wanneer er minstens twee motorische en één vocale tic (niet noodzakelijk tezelfdertijd) optreden en dit gedurende een periode van minstens één jaar, dan spreekt men van TS.

Grensoverschrijdend gedrag

Elke vorm van gedrag dat de persoonlijke grens van een ander niet respecteert. Het gedrag kan de vorm aannemen van verbaal, fysiek en/of psychisch geweld en/of kan seksueel grensoverschrijdend zijn.

Gynecomastie

Gynecomastie is een goedaardige ontwikkeling van de mannelijke borstklier die een- of tweezijdig kan optreden. Het kan zich voordoen als een pijnlijke zwelling van de areola (tepelhof) maar evengoed als een pijnloze vergroting van de borstklier.

Handicap

Met handicap wordt bedoeld: elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren (Bron: Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap). Personen met een handicap omvat personen met langdurige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving (Bron: Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap - VN 2006).

Hechting

Hechting (attachment) is de duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meer opvoeders. Veilig gehechte kinderen zullen in perioden van stress de nabijheid zoeken van personen aan wie zij zijn gehecht. In een onbekende situatie zijn zulke personen de uitvalsbasis waarvandaan zij de omgeving verkennen. Onveilig gehechte kinderen klampen zich vast aan hun verzorger, of ze gedragen zich juist heel onverschillig en zelfstandig, ongeacht of de situatie stressvol is of niet. Alle kinderen hebben een gehechtheidsrelatie met hun opvoeders, maar onveilig gehechte kinderen krijgen veel vaker te kampen met leer- of relatieproblemen, zijn lastig aanspreekbaar, en ontwikkelen een laag gevoel voor eigenwaarde. (Bron: Wikipedia 2016)

Heupdysplasie

Heupdysplasie is een aangeboren misvorming van de heup, waarbij de heupkop onvoldoende wordt vastgehouden door de heupkom. (Andere namen: congenitale heupdysplasie, evolutieve heupdysplasie)

Hypermetropie

Bij hypermetropie of verziendheid worden de invallende lichtstralen te weinig afgebogen of is het oog te kort: het beeld wordt gevormd achter het netvlies. De correctie van hypermetropie gebeurt met convexe of positieve glazen. (De refractie wordt in positieve dioptrieën aangegeven.)

Hyperventilatie

Hyperventilatie betekent letterlijk 'te veel ademen'. Door meer te ademen dan nodig (te snel en/of te diep) krijg je wel voldoende zuurstof in je bloed, maar daalt je koolzuurgas in je lichaam wat klachten geeft.

Hypospadie

Hypospadie of hypospadias is een aangeboren afwijking van de penis, waarbij de plasbuis (urethra), de voorhuid en de onderzijde van de penis niet volledig ontwikkeld zijn. Daardoor bevindt de plasopening zich niet op de top van de penis – dat is meteen het hoofdkenmerk van hypospadie. Daarnaast vormt de voorhuid geen volledige gesloten cirkel. (Bron: UZGent)

ICF

ICF-CY  is de afkorting van International Classification of Functioning, Children and Youth. ICF-CY - een classificatiesysteem ontwikkeld door de WHO - biedt een raamwerk en een gemeenschappelijke taal om de gezondheid en het functioneren van kinderen en jongeren tot 18 jaar te beschrijven.  Dit functioneren wordt beschreven vanuit het menselijk organisme (eigenschappen van het menselijk lichaam), vanuit het dagelijks handelen (wat doe je elke dag?) en de deelname aan het maatschappelijk leven.  Daarnaast wordt rekening gehouden met de fysieke en sociale omgeving waarin een individu leeft.

Jeugdgezondheidszorg

Jeugdgezondheidszorg of JGZ is een deel van de gezondheidszorg dat zich toespitst op kinderen en jongeren van -9 maand tot 25 jaar. JGZ richt zich op het bewaken, beschermen en bevorderen van de individuele en collectieve gezondheid, groei en ontwikkeling van kinderen en jongeren, op lichamelijk, cognitief en sociaal-emotioneel vlak. Het is een gratis, maatschappelijk gegarandeerde en publieke dienstverlening die focust op preventie én op het functioneren en maatschappelijk participeren van kinderen en jongeren (niet op curatie).

 

JGZ

Jeugdgezondheidszorg

Kansarmoede

Kansarmoede wil aangeven dat armoede gepaard gaat met een ontberen van kansen. Armoede geeft namelijk aanleiding tot een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kan enkel overbrugd worden wanneer de samenleving (zowel het beleid als het brede middenveld en andere actoren) beroep doet op de kracht die mensen in armoede en hun omgeving bezitten, de voorwaarden creëert zodat mensen in armoede deze kracht kunnen aanwenden en iedereen gelijke kansen geeft om aan alle aspecten van de samenleving deel te nemen. (Naar: 'Visie op armoede' via delinkarmoede.be)

Kegeltjes

Cellen in het netvlies met een kegelvormig buitensegment. Deze cellen zijn actief bij hoge belichtingsniveaus. Ze bevatten tevens kleurpigmenten die kleuren zien mogelijk maken. Er zijn drie soorten kegelcellen met name cellen met rood, groen of blauw pigment. In de fovea is de concentratiekegelcellen het hoogst.

Kindermishandeling

Kindermishandeling of -verwaarlozing is elke vorm van geweld waar kinderen slachtoffer van zijn, niet door ongeval, maar door daden of nalatigheden van ouders of andere personen. De gevolgen van kindermishandeling of -verwaarlozing kunnen zeer schadelijk zijn en brengen de ontwikkeling van het kind ernstig in gevaar. (Bron: website VK Brussel)

Kleurzin

Kleurzin is het vermogen kleuren te zien en te onderscheiden.Kleurzin of kleurwaarneming is een functie van de 3 soorten kegeltjes (rood, groen en blauw), die bij normale kleurenwaarneming in het netvlies aanwezig zijn en optimaal functioneren.Bij kleurzinstoornissen is het oog minder gevoelig (anomalie) of totaal ongevoelig (anopie) voor één of meerdere kleuren : rood (protan), groen (deutan) en/of blauw (tritan).

Leerstoornissen

Leerstoornissen kunnen gedefinieerd worden als primaire leerproblemen: ze zijn het gevolg van specifieke problemen die zich manifesteren in het leren van schoolse vaardigheden, zonder dat in principe andere gebieden van de ontwikkeling vertraagd hoeven te zijn. Kinderen met een leerstoornis hebben dus opvallende problemen met het leren van specifieke vaardigheden zoals lezen, spellen en/of rekenen. Afhankelijk van de situatie spreekt men dan van een leesstoornis, een spellingstoornis of een rekenstoornis. Deze problemen kunnen echter ook in combinatie voorkomen. In de Angelsaksische literatuur wordt meestal naar deze leerstoornissen verwezen met de termen “(specific) learning disabilities”, “learning disorders” (DSM-IV) en “specific development disorders of academic skills” (ICD-10).

Leesstoornis

Wanneer het lezen van een kind beduidend onder het verwachte niveau ligt gebaseerd op leeftijd, intelligentie en het reeds gevolgde onderwijs, is er sprake van dyslexie.

Lui oog

Voor meer uitleg over een 'lui oog', zie 'amblyopie'

Mantelzorger (jonge -)

Jonge mantelzorgers zijn jongeren die thuis een extra handje toesteken omdat er iemand binnen het gezin ziek is, verslaafd is of een beperking heeft (bron: Samana).

Middelengebruik

Gebruik van (potentieel verslavende) middelen zoals alcohol, tabak en andere drugs

Mucoviscidose

Mucoviscidose is een aangeboren aandoening die het slijm (van bv. luchtwegen en spijsvertering) dik en kleverig maakt.

Myopie

Bij bijziendheid of myopie worden de invallende lichtstralen te sterk afgebogen of is het oog te lang. Het beeld wordt dan gevormd vóór het netvlies. De correctie van myopie gebeurt met concave of negatieve glazen. (De refractie wordt in negatieve dioptrieën aangegeven.)

NAH

Niet aangeboren hersenletsel.Niet aangeboren hersenletsel is een hersenletsel ten gevolge van welke oorzaak dan ook. Het is ontstaan na de geboorte en het veroorzaakt een onomkeerbare breuk in de levenslijn. (Bron: Kinderen en jongeren met een niet- aangeboren hersenletsel in het onderwijs. Ziezon, 2009, Martha Krijger en Bianca Vlaar)

Nystagmus

Nystagmus is een aandoening waarbij de ogen onwillekeurige, geconjugeerde, ritmische bewegingen maken. De bewegingen kunnen horizontaal, verticaal of rotatoir zijn. Nystagmus kan aangeboren zijn of kan ontstaan door ziekte of een ongeval. Personen met aangeboren nystagmus hebben meestal een verminderde gezichtsscherpte.

Obesitas

Obesitas betekent een toestand van overtollige ‘vet’opstapeling. Bij volwassenen spreekt men van obesitas boven een BMI-waarde van 30 kg/m2. Bij kinderen vanaf 9 jaar tot 18 jaar spreekt men van obesitas bij een geplotte BMI boven de bovenste grijze zone op de Vlaamse groeicurve 2004. Bij jongere kinderen spreekt met van obesitas bij een gewichtsindex van meer dan 140. Obesitas wordt beschouwd als een ‘ziektetoestand’ met rechtstreekse gevolgen voor de gezondheidstoestand en de levensverwachting.

Obstipatie

De diagnose obstipatie wordt gesteld aan de hand van de Rome III-criteria, waarbij ten minste twee van de volgende symptomen bij kinderen aanwezig moeten zijn: 1. Defecatiefrequentie ≤ 2 per week; 2. Fecale incontinentie > 1 episode per week indien zindelijk; 3. Ophouden van ontlasting; 4.Pijnlijke of harde, keutelige defecatie; 5. Grote hoeveelheid ontlasting in luier/toilet; 6. Grote fecale massa in abdomen of rectum.

OCD

OCD staat voor Obsessive Compulsive Disorder of dwangstoornis

Ondergewicht en laag gewicht

Men spreekt van 'ernstig ondergewicht' bij een kind/jongere wanneer de BMI onder de onderste grijze zone op de BMI-curve valt.
Men spreekt van een 'laag gewicht' bij een kind/jongere wanneer de BMI in de onderste grijze zone op de BMI-curve valt.

Opvoeden

Opvoeden ... een kwestie van vallen en vooral terug opstaan? ('Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail better.' Samuel Beckett)

Orthopedie

Othopedie is het deel van de geneeskunde dat zich toespitst op de het beendergestel.

Outreachend werken

Outreachend werken: een werkwijze die uitgaat van een actieve benadering en gericht is op het bevorderen van welzijn. Vertrekkend vanuit de participatieve basishouding en zich richtend op kwetsbare doelgroepen die niet of ontoereikend bereikt worden door het huidige dienst-, hulp- en zorgverleningsaanbod. De hulpverlener begeeft zich in hun leefwereld met erkenning van de daar geldende waarden en normen. Met outreachend werken streeft men naar een wederzijdse afstemming tussen de doelgroep, hun netwerk, het maatschappelijk aanbod en de ruimere samenleving (de Maeyer, Dewaele, & Beelen, 2012).

Overgewicht

Overgewicht verwijst naar een relatief teveel aan ‘gewicht’ ten opzichte van de gestalte ongeacht de samenstelling van dit overgewicht. Bij overgewicht kan het relatief teveel aan gewicht afkomstig zijn van overtollige vetopstapeling en/of uitgesproken spierontwikkeling en/of een robuust beendergestel … Bij volwassenen spreekt men van overgewicht vanaf een BMI-waarde van 25 kg/m2. Bij kinderen tussen 9 en 18 jaar spreekt men van overgewicht bij een geplotte BMI in de bovenste grijze zone op de Vlaamse groeicurve 2004. Bij kinderen jonger dan 9 jaar spreken we van overgewicht bij een gewichtsindex tussen 120 en 140 %.

Percentiellijn

De spreiding van de groeigegevens van een bepaalde populatie wordt meestal weergegeven door een grafiek met percentiellijnen en/of SDS-scores. Lengte en gewicht worden vaak geplot in een grafiek met op de Y-as lengte of gewicht en op de X-as de leeftijd. In deze grafieken staan bepaalde vooraf gedrukte lijnen, die een weergave  zijn van de spreiding van de lengte- of gewichtsgegevens in een welbepaalde populatie. Soms zijn dit percentiellijnen, soms SDS-lijnen (standaarddeviatiescorelijnen), soms een combinatie van beide (zoals in de Vlaamse groeicurven 2004*). Hiermee kan de gemeten lengte of het gewicht (en de evolutie ervan) worden vergeleken met de referentiepopulatie. Een percentiel (Pc, P of centiel) drukt uit hoeveel procent van de waarnemingen in de referentiepopulatie lager valt. Voor lengtegroei betekent dit dan dat onder de Pc 90-lijn zich 90%, onder de Pc 50-lijn  50 % en onder de Pc 3-lijn  3% valt van de lengtes van de kinderen van die leeftijd en hetzelfde geslacht.Een SDS drukt uit hoeveel standaarddeviaties een gemeten punt is verwijderd van het gemiddelde in de referentiepopulatie en geeft dus een statistisch goed bruikbare spreidingsmaat. (Bij een normale verdeling komt Pc3 overeen met – 1.9 SDS; Pc 10 met -1.3 SDS; Pc 50 met 0 SDS; Pc 90 met 1.3 SDS; Pc 97 met 1.9 SDS)* Voor de Vlaamse groeicurven is gebruik gemaakt van zowel percentiellijnen (tussen Pc 97 en Pc 3) als van SDS-lijnen (voor de waarden onder en boven deze percentiellijnen nl. SDS +/- 2 en SDS +/- 2.5)

Piercing

Een gaatje in het lichaam waardoor een ringetje of naald of sieraad is gestoken.

Prematuur

Baby’s die geboren worden vóór 37 weken zwangerschap, noemen we prematuur.

Prevalentie

Het aantal gevallen van een ziekte dat in een omschreven populatie in een omschreven periode voorkomt, in verhouding tot de omschreven populatie.

Preventie

We onderscheiden 3 vormen van preventie. Primaire preventie: voorkomen van ziekte of van de ontwikkeling van aandoening; Secundaire preventie: ziekten en aandoeningen zo snel mogelijk opsporen om erger te vermijden; Tertiaire preventie: voorkomen dat een ziekte zich nogmaals manifesteert of leidt tot zwaardere complicaties of dood. Deze 3 vormen van preventie komen in de JGZ aan bod.

Pubertaire score

De pubertaire score omvat de Tannerscore (uitwendig waarneembaar stadium van borstontwikkeling en pubisbeharing bij meisjes; uitwendig waarneembaar stadium van genitale ontwikkeling en pubisbeharing bij jongens) aangevuld met de (eventuele) menarcheleeftijd bij meisjes en het testiculair volume bij jongens. Deze score weerspiegelt de ‘pubertaire rijping’.  (VWVJ- Standaard Groei en Pubertaire ontwikkeling)

Redelijke aanpassingen

Noodzakelijke en passende wijzigingen en aanpassingen die geen disproportionele of onevenredige, of onnodige last opleggen, indien zij in een specifiek geval nodig zijn om te waarborgen dat personen met een handicap alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid met anderen kunnen genieten of uitoefenen (Bron: Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap - VN 2006)

Refractieafwijking

Afwijking van het oog waardoor een onscherpe afbeelding van een object wordt gevormd op het netvlies en die te corrigeren is met een brillenglas of contactlens.

Rouwen

Mensen rouwen wanneer ze iemand verliezen die belangrijk was in hun leven. Ook het verlies van mogelijkheden of het verwerven van een handicap of beperking kan aanleiding geven tot het doormaken van een rouwproces. Ook het afscheid moeten nemen van constellaties die geborgenheid, vertrouwdheid gaven (bv. bij verhuis, echtscheiding) kunnen aanleiding geven tot rouwen.

Scoliose

Scoliose of scoliosis is een uitbochting en verdraaiing van de wervelkolom waardoor het achteraanzicht niet meer recht is. (Bron: UZ Leuven)

Selectief mutisme

Selectief mutisme is een stoornis die zich openbaart bij jonge kinderen en wordt gekenmerkt door een consequente angst om te spreken in bepaalde situaties.

Slechtziend

In het algemeen spreekt men van slechtziendheid bij een kind indien zijn beste oog, na alle mogelijke correcties en medische hulp, een gezichtsvermogen heeft van minder dan één derde tot één vierde van een normaal ziend kind.Definitie gehanteerd in het het boek “Kinderen met een visuele handicap” van F.M. Meire e.a.: Men spreekt van slechtziendheid wanneer de gezichtsscherpte op afstand van het beste oog of van beide ogen minder of gelijk aan 3/10 is OF het gezichtsveld kleiner is dan 30°

Spijbelen

Een leerling spijbelt of verzuimt van school wanneer hij wegblijft van school op momenten dat hij aanwezig moet zijn. (Bron: Nederlands Jeugdinstituut)

Stofwisselingsziekte

Stofwisselingsziekten of metabole ziekten zijn aangeboren, vaak recessief erfelijke ziekten. Bij het merendeel van de stofwisselingsziekten is in lichaamscellen van de patiënt een specifiek enzym niet, of niet voldoende aanwezig. Ook kan het gaan om een transport- of structuur eiwit dat niet goed wordt samengesteld. In alle gevallen wordt dit veroorzaakt door een verandering in één enkel gen. (Bron: Wikipedia)

Strabisme

Afwijkende stand van de ogen ten opzichte van elkaar, waarbij de visuele as van het ene oog niet gericht is op hetzelfde punt als de visuele as van het andere oog.Wanneer we een voorwerp fixeren, zijn normaal onze beide ogen met de fovea, de gevoeligste plaats van het netvlies, gericht op dit voorwerp. Bij scheelzien of strabisme is dit niet het geval: één of beide ogen neemt een afwijkende stand in, waardoor beide ogen niet op hetzelfde punt gericht zijn. In elk oog wordt het voorwerp dus op een andere zone van het netvlies geprojecteerd, met twee verschillende beelden tot gevolg. Dit leidt bij volwassenen tot dubbelzien. Bij jonge kinderen, waarbij het visueel systeem nog niet volledig uitgerijpt is, is dit niet zo. Het hinderlijke dubbelbeeld wordt door de hersenen weggefilterd, het beeld dat via het afwijkende oog binnenkomt wordt onderdrukt. Dit mechanisme noemt men ook suppressie. Ten gevolge van deze suppressie zullen de zenuwbanen tussen het afwijkende oog en de visuele cortex zich minder goed ontwikkelen, wat leidt tot een lui oog. Strabisme komt voor bij ongeveer 4% van de kinderen onder de zes jaar. 

Tandplak

Tandplak of tandplaque is de zachte massa die zich o.a. hecht op het tandoppervlak bij onvoldoende mondhygiëne. Tandplaque bestaat uit bacteriën, delen van cellen, koolhydraten, eiwitten, vetten, calcium, magnesium, fosfaten en carbonaten, opgenomen in een matrix. Tandplaque kun je herkennen als een geelwit beslag op het tandoppervlak dat makkelijk weg te schrapen is (met een tandenborstel of instrument). 

Tandsteen

Wanneer tandplaque langdurig op de tanden aanwezig blijft (door onvoldoende mondhygiëne), treedt een verharding op doordat mineralen uit het speeksel in het laagje tandplaque neerslaan. Men spreekt dan over tandsteen. Tandsteen kan je herkennen als een gele tot bruine neerslag op de tanden; tandsteen kan je niet meer met een tandenborstel verwijderen.

Tatoeage

Een versiering van het lichaam met onder de opperhuid aangebrachte inkt.

Urologie

Urologie is het specialisme in de geneeskunde dat zich toelegt op de urinewegen van de man/vrouw en op de geslachtsorganen van de man.

Varicocoele

Varicocele of varicocoele is een spatader t.h.v. het teelbalzakje.

Vrouwelijke Genitale Verminking

Vrouwelijke genitale verminking is elke ingreep die leidt tot de gedeeltelijke of volledige verwijdering van de uitwendige geslachtsorganen bij de vrouw of elke verwonding toegebracht aan de vrouwelijke geslachtsorganen om niet-medische redenen (WHO)

Zeldzame ziekte

Een zeldzame ziekte is een levensbedreigende of chronisch invaliderende ziekte met een geringe prevalentie. Wanneer een aandoening bij minder dan 1 op 2000 mensen van de Europese Unie voorkomt, dan beschouwt de Europese Commissie de aandoening als zeldzaam.(Bron: Useful Information on Rare Diseases from an EU Perspective. European Commission 2004)