Bij het vaccineren in de dorsogluteale streek, bestond de mogelijkheid om de arteria gluteae aan te prikken. Aspiratie (het optrekken van de zuiger alvorens de vloeistof in te spuiten om te controleren of een groot bloedvat is aangeprikt) is niet noodzakelijk omdat er geen grote bloedvaten aanwezig zijn ter hoogte van de aanbevolen injectieplaats, met name de deltoideusspier en de anterolaterale zijde van de dij, en omdat een vaccinatietechniek met aspiratie pijnlijker zou zijn.

Mocht er zonder aspiratie toch bloed in de spuit verschijnen, dan moet men het vaccin niet inspuiten, maar de spuit en naald terugtrekken, de naald vervangen door een nieuwe en de vaccinatie opnieuw uitvoeren met hetzelfde vaccin. Deze aanbeveling berust op de aanname dat bij het aanprikken van een groot bloedvat vanzelf bloed in de spuit verschijnt (ook zonder aspireren), en dat een kleiner bloedvat door de naald wordt kapot geprikt waardoor geen bloed in de spuit komt.

Bron:1. Burgmeijer R, Hoppenbrouwers K. Handboek vaccinaties, deel A (Theorie en uitvoering). Van Gorcum, 20112. CDC. General recommendations on Immunization, Recommendations of the Advisory Committee on Immunization Practices (ACIP), 2011. MMWR 2011;60(2);1-64

VWVJ Standaard Vaccinaties 2013 - deel 4.6.7